Op blote voeten van paya naar zedi
Blijf op de hoogte en volg Arthur & Janneke
27 December 2012 | Myanmar, Rangoon
Wij zijn in Myanmar, het land dat tot 1989 Birma heette. Toch worden internationaal beide namen gebruikt, omdat niet alle landen de naamswijziging hebben erkend. Het goede van de nieuwe naam is dat het niet alleen naar de grootste bevolkingsgroep (de Bamar) verwijst, maar ook naar de minderheden. Het nadeel van de naam is dat deze in het leven is geroepen door het militaire regime en de bevolking hier dus niets over te zeggen heeft gehad. De Birmezen zijn bijzonder gastvrij en vriendelijk. Ze geloven in de wet van karma, waar elke goede daad beloond wordt en elke slechte daad bestraft wordt. Dit zorgt er mede voor dat je in dit land niet echt bang hoeft te zijn voor diefstal. Hoewel er natuurlijk altijd geldwisselaars zijn die toeristen via trucjes geld afhandig proberen te maken.
Er is op dit moment nog geen massatoerisme, wat het land meer uniek maakt dan het drukbezochte Thailand. In 2011 bezochten een half miljoen mensen Myanmar, terwijl Thailand in datzelfde jaar vijftien miljoen toeristen ontving. Sinds oppositieleidster Aung San Suu Kyi in november 2010 is vrijgelaten van huisarrest heeft het land zich meer opengesteld voor toerisme. Nadeel is wel dat de prijzen van accommodatie het laatste jaar met driehonderd procent zijn verhoogd en toeristenvervoer over korte afstanden erg duur is. Wat vreemd is aan het lange afstandsvervoer is dat busstations ver buiten de stadscentra liggen, waardoor je een dure taxi moet nemen of je in een pick-up moet proppen om daar te komen. Doordat het land duurder is dan verwacht hebben we besloten om de voorgenomen 28 dagen in Myanmar terug te brengen naar 21 dagen. Daarnaast hebben we – om de kosten te drukken – veel in straatstalletjes gegeten.
MANDALAY
Tijdens de eerste dagen in Yangon hebben we geld gewisseld. Gelukkig hadden we kreukvrije en onbeschreven Dollars van na 2006 bij ons. Zie onze blog Bezig in Bangkok: http://blue.waarbenjij.nu/reisverslag/4439886/bezig-in-bangkok. Vreemd is dat de accommodatie en vliegtickets in Dollars betaald moeten worden; de rest mag in de lokale munteenheid, de Kyat.
We wilden eigenlijk over land via Thailand naar Laos, maar dit bleek een stuk duurder dan met het vliegtuig. De regering van Myanmar verleent alleen toestemming om over land de grens te passeren na het invullen van diverse formulieren en het betalen voor een dure permit. We hadden geen zin in de administratieve rompslomp en waren zeker niet van plan om de regering te ondersteunen. Daarom hebben we maar een vlucht naar Chiang Mai geboekt.
Na de regeldingen in Yangon hebben we de bus over een nieuwe tolweg naar Mandalay genomen. Daar hadden we geen accommodatie gereserveerd en dat bleek niet zo slim. December is namelijk de drukste maand van het jaar in Myanmar. De goedkopere kamers zaten allemaal vol, dus hebben we eerst een nacht in een kamer van 30 Dollar geslapen, toen een nacht in een goedkopere kamer van 25 Dollar, gevolgd door een nacht in de goedkoopste (en slechtste) kamer van 20 Dollar met badkamer op de gang en moskee-gejengel aan de overkant. Tijdens ons verblijf in deze laatste kamer werd Janneke ziek, dus de volgende nacht zijn we toch maar weer teruggegaan naar de middenklasse kamer.
In Mandalay hebben we voor de eerste keer – en zeker niet de laatste – onze sandalen moeten uitdoen om een tempel binnen te gaan. Ook de klim van drie kwartier naar de top van Mandalay Hill hebben we op blote voeten moeten doen. Dit alles voor een mooie zonsondergang over de stad. Aangezien de meeste vloeren niet zo schoon zijn, hebben we hier vaak vieze voeten gehad. Op de honderdste dag van onze reis bezochten wij op blote voeten en voorzien van een longyi de Mahamuni Paya. Hier staat een vier meter hoog Boeddhabeeld dat bedekt is met vele lagen bladgoud. De arme bevolking spaart geld om deze beelden met een blaadje goud te kunnen beplakken (alleen mannen mogen dit doen). Boeddha moet namelijk glimmen, ook al is zijn uiterlijk nauwelijks meer herkenbaar door de steeds dikker wordende lagen bladgoud.
Vanuit Mandalay hebben we een boottochtje gemaakt naar Mingun, een mooi en rustig dorpje een uur stroomopwaarts over de Ayeyarwady-rivier. Hier hebben we onder andere de ruïne gezien van de Pahtodawgyi Paya die 150 meter hoog had moeten worden, maar de bouw werd nooit voltooid. De scheuren in de ruïne zijn groter geworden door een aardbeving. Iets verderop ligt de Hsinbyume Paya, een enorme witte pagode met meerdere terrassen. Voor veel religieuze gebouwen staan als bewakers stenen chinthes; dit zijn mythologische wezens half leeuw en half draak.
Het verkeer in Mandalay was ontzettend druk na het relatief rustige Yangon, waar brommers uit het centrum verbannen zijn. Het vele getoeter in Mandalay deed ons weer aan Kathmandu denken. Tijdens onze wandelingen door de stad zagen we ook veel armoede. Myanmar is een van de armste landen van Zuid-Oost Azië en er is nog veel kinderarbeid, zowel op het platteland als in de stad. We hebben vaak bij kleine eettentjes een mannetje onderuitgezakt achter de kassa zien zitten terwijl er kleine kinderen rondrenden in de bediening. Tot onzer verbazing zagen we hier trouwens ook monniken die alcohol drinken, roken en bedelen.
We verlieten Mandalay met de ‘slow boat’ over de Ayeyarwady-rivier naar Nyaung U. De dag van tevoren hebben we inkopen gedaan in een supermarkt waar ze kerstliedjes draaiden. We dachten George Michael dit jaar te ontlopen, maar nee dus. Gelukkig hebben we Mariah Carey wel weten te vermijden. Op de dag van de boottocht namen we om half vijf ’s ochtends een pick-up naar de boot. Alle toeristen zaten in een apart gedeelte op plastic stoeltjes en de lokale mensen zaten verspreid over de boot op de grond. Bij zonsopkomst zorgde de mist en bruggen over de rivier voor een panorama dat leek weggelopen uit een schilderij van Turner. Om de paar uur meerden we aan en werd er van alles aan en van boord gebracht. Daarbij bestormden grote groepen verkoopdames de boot met onder andere bananen, watermeloenen, samosa’s en maïskolven. Na een mooie zonsondergang bereikten we na ruim dertien uur varen Nyaung U. Vanuit dit stadje gingen we de Baganvlakte ontdekken.
BAGAN
Op de Baganvlakte staan 2.743 tempels en pagodes in een gebied zo groot als onze woonplaats Utrecht. De enorme hoeveelheid steenrode bouwwerken in de uitgestrekte vlakte zorgen voor een mystieke sfeer. De exterieurs zijn over het algemeen interessanter dan de interieurs. Met uitzondering van enkele tempels waarin oude muurschilderingen en grote Boeddhabeelden te zien zijn. Tussen de tempels en pagodes liggen akkers waar onder andere sesam en pinda’s worden verbouwd. De beste manier om de vlakte te verkennen is per fiets over de stoffige zandpaden.
Ho, wacht. Even een intermezzo voor diegene die wil weten wat het verschil is tussen een tempel (paya of patho) en een pagode (zedi). Een tempel kun je binnengaan en bevat een Boeddhabeeld, terwijl een pagoda geen ingang heeft en volgens gelovigen een relikwie van Boeddha – zoals een tand of een haar – bevat. Aangezien Boeddha een mens en geen god was, had hij regelmatig rust nodig. Daarom wordt hij behalve zittend ook liggend afgebeeld.
De meeste heiligdommen in Bagan zijn van vervallen schoonheid. Helaas geloven Birmezen dat oude dingen slechter zijn dan nieuwe dingen en worden de pagodes in rap tempo ‘gerestaureerd’. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van slechte materialen en technieken. Unesco is het hier niet mee eens en daarom staat de Baganvlakte (nog) niet op hun Werelderfgoedlijst.
De eerste van onze majestueuze zonsondergangen in Bagan was op een pagode waar een 16-jarige jongen ons naar toe leidde. Het was een gevaarlijk klimmetje, maar we konden vanaf de top de zon zien ondergaan boven de rivier. Een extra voordeel was dat we de enige toeristen op deze plek waren. Om toch nog in contact te treden met andere toeristen, hebben we de tweede zonsondergang bekeken op de drukke Shwesandaw Pagode. Ondanks de grote mensenmassa was het uitzicht over de Baganvlakte wonderschoon. De laatste zonsondergang bekeken we op het platform van de Pyathada Pagode, hier was het gelukkig aanzienlijk rustiger. Met de hoofdlamp op zijn we over donkere zandweggetjes terug naar de verharde weg gefietst. Uiteindelijk kwamen we in het guesthouse aan met een lekke voorband (Janneke) en een lekke achterband (Arthur).
INLE MEER
Na het bijzondere Bagan hebben we een bus naar Kalaw genomen. Ons doel was om van daaruit een dagtrip naar Pindaya en een driedaagse trekking naar het Inle Meer te maken. Tijdens het rondvragen bij trekkingbureautjes kwamen we Frederike en Lennart uit Hilversum tegen. Zij bleken met dezelfde intentie naar Kalaw gekomen te zijn. We hebben met zijn vieren zowel de dagtrip als de trekking geboekt. Daarna hebben wij tweeën genoten van een traditionele Pa-Oh massage in de tochtige schuur van masseur Soe Thein, een ontzettend vriendelijke man die ons veel over zijn leven vertelde.
Met onze groep van vier zijn we de volgende dag per taxi naar Pindaya gegaan. We zijn eerst langs het Botaloke Meer gelopen. Daarna hebben we een schooltje bezocht en met enkele monniken thee gedronken. Na het kopje thee in het klooster hadden we genoeg energie om – wederom op blote voeten – de trappen te beklimmen naar de Shwe Oo Min Pagode. De vloer van deze grottempel is bedekt met badkamertegels en de grot bevat ruim 8.700 Boeddhabeelden. De beelden zijn gemaakt van goud, hout, marmer of steen en variëren in maat van heel groot tot heel klein.
Die dag daarop begonnen we rond half negen ’s ochtends met gids Laso en meeloopgids Sam aan onze driedaagse trekking naar het Inle Meer. Onze grote rugtassen werden vanuit Kalaw per brommer naar ons hotel in Nyaungshwe vervoerd, waar we drie dagen later zouden aankomen. De trekking begon met een eenvoudige wandeling naar een Palaung dorp. Daar was net een initiatieceremonie (shinpyu) gaande voor novices (samanera), dit zijn kinderen tussen de vijf en vijftien jaar die voor het eerst monnik worden. Het was een bijzondere ervaring om al die kleine jongetjes in roze gewaden en met make-up te zien. Ze werden rondgedragen en met confetti bestrooid.
In een dorp verderop hebben we een 85-jarige sjamaan bezocht. We moesten onze geboortedatum opgeven en de dag van de week waarop we geboren waren, en dan zou hij ons een voorspelling kunnen doen voor het komende levensjaar. Gelukkig bood de iPhone van Frederike duidelijkheid over de geboortedagen. Zo zie je maar dat een iPhone nog van pas kan komen als je bij een sjamaan zit. Janneke bleek op een dinsdag geboren en Arthur op een woensdag. Janneke krijgt een goed levensjaar als ze een ananas koopt, deze in zeven stukken snijdt en die dan verdeelt over zeven mensen. Arthur moet een kleine kip kopen, deze verzorgen en op een maandag loslaten. Of hij dit laatste letterlijk of symbolisch bedoelde? Daar zijn we niet achter gekomen. Voor de zekerheid zullen we veel Chicken Tonight Hawaï gaan eten.
Het begon al te schemeren toen we verder liepen naar het Danu dorp Ywapu. Daar werden we opgewacht door een lief oud vrouwtje. We aten en sliepen in haar houten huis op palen, alwaar we moesten oppassen om niet met onze voeten naar het Boeddha-altaar te wijzen. We kregen een lekker maal voorgeschoteld met geflambeerde banaan als toetje. Daarna gingen we op de grond slapen; de matras was een dun dekentje en ’s nachts was het best koud. Ook hoorden we het oude vrouwtje en haar heer des huizes naast ons hoesten, rochelen, snurken en praten.
De volgende ochtend bleek Arthur zich niet goed te voelen. Een lange, vermoeiende dag wandelen in de hete zon was dus geen optimale dagbesteding. Toch hebben we het hele stuk te voet afgelegd. We passeerden enkele Pa-Oh dorpen met mooie en vriendelijke inwoners die graag voor de foto poseerden. Kinderen beginnen hier al van grote afstand te zwaaien en te roepen. Daarna vervolgden we onze weg door velden vol rode chilipepers en langs rieten matten waarop de pepers te drogen lagen. Er is nog vrijwel geen mechanisatie in de landbouw van Myanmar. Zo wordt het omploegen van het land met buffels gedaan en het oogsten gaat nog handmatig. Tegen de schemering bereikten we onze overnachtingsplek, een klooster bij het dorp Hinthein. We sliepen hier wederom op de grond, maar het was wel een stukje warmer dan de vorige nacht. In het klooster sliepen ook nog enkele monniken.
De laatste trekkingdag heeft Arthur een uur gelopen en de rest achterop een brommer afgelegd. Janneke ploeterde nog drie uur met Frederike, Lennart en de gidsen door de rode, stoffige aarde. Bij de lunchplek werd de groep weer herenigd met Arthur. Na een bord rijst met kip hebben we de boot over het Inle Meer naar Nyaungshwe genomen. Daar bleek onze bagage goed aangekomen en konden we meteen intrek nemen in onze kamer. Heerlijk, een bed met matras! Bij het diner kwamen we Luc en Wouter tegen – twee Belgen uit Antwerpen – die we eerder al hadden ontmoet op de boot naar Mingun, op de fiets in Bagan en te voet tijdens de trekking. Arthur kon gelukkig weer goed eten en voelde zich daardoor alweer een stuk beter.
De volgende ochtend bleek dat Frederike en Lennart ook ziek waren geworden. Er is geen ontkomen aan in Myanmar; vrijwel alle reizigers die we tegenkwamen, moesten er op enig moment aan geloven. Wat dat betreft is het net India. We spraken af om de trip langs de bezienswaardigheden van het Inle Meer pas te maken als iedereen zich beter voelde. Dit bleek twee dagen later te zijn. De dag daarvoor hadden we fietsen gehuurd en zijn daarmee langs tempels en wijngaarden gereden.
Wat schrijf je daar? Wijngaarden in Myanmar? Jazeker! De wijnmakerij van Myanmar heet Red Mountain Estate en het lijkt alsof je je hier in Zuid-Frankrijk waant. Een glooiend landschap met druivenranken en uitzicht op het Inle Meer. Na een korte rondleiding hebben we een witte, rosé, rode en dessertwijn geproefd. Daarna hebben we een fles Sauvignon Blanc gekocht voor Kerstmis.
Bij hetzelfde bureautje als waar we de fietsen hadden gehuurd, hebben we de boottrip en onze bustickets naar Yangon geregeld. Daarom nodigde eigenaresse Misu ons uit om diezelfde avond (gratis) te komen eten. Een teken van de gastvrijheid van dit land. Wij kregen rijstcrackers en shan-noedels met fruit en koekjes toe.
Samen met Frederike en Lennart hebben we de volgende dag een boottrip over het Inle Meer gemaakt. Tegen acht uur zaten we in de boot en na zonsondergang waren we weer terug. We hebben een markt, pagodes, kloosters, drijvende akkers, een weverij en een sigarenwerkplaats bezocht. De zonsondergang op het meer was een mystieke ervaring (zie foto’s) die werd vergroot door de Intha-vissers die met hun been roeien. Na de boottrip hebben we genoten van een uitgebreide maaltijd bij Misu. Het eten was heerlijk, veel verfijnder dat we tot dan toe van de Birmese keuken geproefd hadden.
YANGON
Na ons bezoek aan Inle Meer zijn we met de bus naar Yangon gegaan. Kerstavond hebben we dus in een nachtbus doorgebracht. In Yangon konden we ’s ochtends vroeg meteen in onze kamer terecht. Na een ontbijt met het lokale gerecht mohinga (vissoep met noedels), hebben we donuts gegeten en koffie gedronken in een café met kerstboom. Zo kregen we toch nog een beetje een kerstgevoel.
Ondanks een slapeloze nacht, hebben we op deze Eerste Kerstdag nog een park bezocht en in de middag zijn we naar de Shwedagon Pagode en de omringende tempeltjes gegaan. Een tempelcomplex vol glitter en glamour. De Boeddha’s zijn versierd met lampjes en de top van de gouden pagode is ingelegd met diamanten. Een monnik leidde ons naar de plek van waaraf we de diamant op de top (in verschillende kleuren) konden zien. Echt mooi is het hele complex niet te noemen, eerder kitsch. Maar het was een leuke plek in het kader van de kerstgedachte. We zijn er gebleven tot het donker werd. Na een Biryani-maaltijd (nasi met kip) hebben we de dag afgesloten met een halve fles koude Sauvignon Blanc. Daarbij hebben we onze verlate Sinterklaasgedichten uitgewisseld; het was dus Sinterkerst :-).
Op Tweede Kerstdag hebben we geluisterd naar ‘Kerstfeest met Bert en Ernie’ en de rest van de fles wijn soldaat gemaakt. Daarnaast hebben we deze dag in een park rondgelopen en in het food court van Ruby Mart – een van de weinige winkelcentra in Yangon – een Thaise maaltijd met lekker veel groenten genuttigd met een blueberry smoothie toe.
Zoals gezegd wilden we eigenlijk over land naar Thailand reizen, maar dit bleek een duur grapje. Daarom hebben we een vlucht met Air Bagan gemaakt van Yangon naar Chiang Mai in Thailand. We hebben dus twee dagen na de ongelukkige noodlanding op Eerste Kerstdag - zie http://nos.nl/artikel/455410-crash-birma-eist-zeker-2-levens.html - met dezelfde maatschappij gevlogen. Bij ons ging alles goed, behalve dat we voor vertrek 3,5 uur vertraging hadden, terwijl we maar 1 uur hoefden te vliegen. De gebrekkige informatievoorziening was wel vervelend, maar we kregen wel een gratis bord noedels, een glas cola en een flesje water.
Myanmar (Birma) zal ons bijblijven als het land van vriendelijke gezichten, bloedrode tanden en vieze voeten.
N.B. Voor onze trouwe lezers hebben we nu ook video’s beschikbaar. Heb je zin om deze te bekijken, ga dan naar http://blue.waarbenjij.nu/videos/reis/417327/rondje-azie/1.
-
03 Januari 2013 - 20:23
Odile:
Gave foto's en mooie filmpjes -
04 Januari 2013 - 05:07
Ton Van Gorp:
Geweldige beschrijving -
05 Januari 2013 - 16:30
Kim:
Ha,
Ziet er weer geweldig uit. Lekker gezellig met al die zieken, maar je moet er natuurlijk ook wel wat voor over hebben. Haha. Veel succes met de vervolgreis.
Groetjes Kim -
20 Januari 2013 - 13:52
Rob:
Wat een schitterend verhaal weer, heel beeldend. Ook prachtige foto's!
Blij dat jullie niet in het verkeerde vliegtuig zaten!
Ik heb Myanmar al op mijn verlanglijstje gezet!
Rob
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley