Temee, mor, yamaa, hon - Reisverslag uit Ulaanbaatar, Mongolië van Arthur & Janneke - WaarBenJij.nu Temee, mor, yamaa, hon - Reisverslag uit Ulaanbaatar, Mongolië van Arthur & Janneke - WaarBenJij.nu

Temee, mor, yamaa, hon

Blijf op de hoogte en volg Arthur & Janneke

10 Oktober 2012 | Mongolië, Ulaanbaatar

Het was nog een tijdje wachten bij de grensposten van Rusland (Naushki) en Mongolië (Sükhbaatar). Bij de Russen was er veel machtsvertoon met norse blikken. Zij voerden een controle in drie fasen uit: eerst keken ze onder de banken, daarna kwamen ze met een speurhond en tot slot kwam er iemand om in de opbergruimten boven de deur te kijken. Ze kwamen langs met een aktetas en stopten daarin per wagon alle paspoorten, die ze met een stempel weer teruggaven. Bij de Mongoolse grens deden ze dit nog eens dunnetjes over met het verschil dat de aktetas werd bijgestaan door grotere petten (formaat Noord-Korea). Het lijkt allemaal veel gedoe om niets.

Na deze formaliteiten konden we onze weg vervolgen naar Ulaanbaatar, de hoofdstad van Mongolië. Van de 2,8 miljoen inwoners van Mongolië woont bijna de helft in Ulaanbaatar. De Mongolen zijn vriendelijker en behulpzamer dan de Russen. In tegenstelling tot de Russen houden ze echter niet van in de rij staan. Als het even kan dringen ze gewoon voor. Dit doen ze niet subtiel, maar ze duwen je gewoon opzij met behulp van hun ellebogen of een winkelwagentje. Dit gedrag uit zich ook op zebrapaden. Overal staan politiemannen, klaar-overs en stoplichten, maar daar trekt niemand zich wat van aan. Als voetganger moet je dus maar gewoon oversteken en hopen dat je de overkant haalt. We zijn in ieder geval goed voorbereid op Beijing.

In Ulaanbaatar hebben we natuurlijk het beroemde Sükhbaatarplein met een bronzen standbeeld van Chinggis Khaan bezocht. Deze grootste Mongool aller tijden wordt nog door iedereen aanbeden. Niet ver daarvandaan staat een beeld van Lenin. Hij staat hier omdat Mongolië lange tijd een soort communistische satellietstaat van Rusland was. Wij zijn in totaal vier volle dagen in deze vervuilde stad geweest met veel internationale eetgelegenheden, zoals een Franse bakkerij, een Ierse pub en opvallend veel Koreaanse restaurants.

Naast sightseeing en eten hebben we ons goed voorbereid op de koude Gobi-woestijn door het kopen van warme truien van yak-wol en handschoenen en een muts van kasjmier. De muts kochten we in de State Department Store, waar ze een interessante verkoopstrategie hanteren. We moesten eerst een bonnetje halen bij de persoon die verantwoordelijk was voor de betreffende vierkante meter van het warenhuis, daarna konden we betalen aan de kassa en met het verkregen betalingsbewijs konden we de muts ophalen. Sommige mensen noemen dit verborgen werkloosheid :-).

Na twee nachten in Ulaanbaatar werden we opgehaald voor onze 13-daagse Gobi-tour door de 27-jarige gezellige en praatgrage gids Jenny (Mongoolse naam: Tsetsegiargal, ofwel Vrolijke Bloem) en de 48-jarige chauffeur Chimdee. Het eerste gedeelte van de tour voerde ons door de Gobi-woestijn en het tweede gedeelte langs natuurgebieden en belangrijke steden in Centraal-Mongolië. Helaas was Arthur de eerste twee dagen ziek, een buikgriepje. De hobbelige wegen maakten het er niet fijner op. Gelukkig hadden we een Japanse 4WD-jeep en geen aftands Russisch busje.

Chimdee was niet alleen een goede chauffeur, maar ook een vrolijke grapjas met wie we heel veel lol hebben gehad. Hij wist door de uitgestrekte steppe altijd de weg te vinden (zelfs als er geen weg of ijkpunt was) en deed dit allemaal zonder gps. Hij was ook goed in het imiteren van dierengeluiden, waaronder de wilde muis, yak, kameel, rendier, geit en schaap. Daarnaast hield hij de auto schoon, zette hij de picknick klaar, maakte hij foto’s van ons en stak soms de kachel in onze ger aan.

In het vervolg van dit blog hebben we onze belevenissen in Mongolië opgedeeld in de thema’s religie, (zelf)educatie, slapen, eten & drinken en natuur. Het is een lang verhaal geworden, dus dan kun je het blog eventueel in etappes lezen. Nu eerst het thema religie.

RELIGIE

In Mongolië is het sinds de val van het communisme in 1990 weer mogelijk om te geloven. Kloosters mogen weer monniken opleiden en rituelen uitvoeren. Toen de Communisten in 1921 aan de macht waren gekomen, hebben ze bijna alle 700 kloosters met de grond gelijkgemaakt en duizenden monniken vermoord of naar kampen in Siberië overgebracht.

Gandan Khiid in Ulaanbaatar is het grootste tempelcomplex dat weer in bedrijf is. Dit klooster hebben we (de dag voor onze Gobi-tour) vroeg in de ochtend bezocht, aangezien dan de ceremonies worden uitgevoerd. We hoorden prevelende monniken, soms onderbroken door herrie van schelpentoeters, trommels en bekkens. Tot onze verbazing waren sommige monniken aan het telefoneren tijdens de ceremonie. De hoofdattractie is een met goud bedekte Boeddha van ruim 26 meter hoog in de belangrijkste tempel Migjid Janraisig Sum. Volgens de Lonely Planet bevat dit beeld 27 ton medicinale kruiden, 334 soetra’s (Boeddhistische teksten), 2 miljoen mantrabundels en een volledige ger (inclusief meubilair).

Een ander tempelcomplex dat we bezocht hebben is Ongiin Khiid. Dit complex, dat bestaat uit veel zandstenen ruïnes, is in 1930 door de Communisten vernield. Enkele monniken zijn in 2004 begonnen met de herbouw, maar de overheid geeft ze geen geld. Ze zijn dus afhankelijk van particuliere investeerders, maar zelfs de nabijgelegen gerkampen (die veel geld verdienen en hun bestaansrecht aan het complex ontlenen) helpen de monniken niet.

Tijdens onze Gobi-tour hebben we diverse ovoo’s gezien. Deze stenen bergjes zijn onderdeel van het Boeddhistische geloof. Je loopt er drie keer met de klok mee omheen en dan gooi je er drie stenen op. Maar je mag er ook iets anders opleggen, bijvoorbeeld geld, lege drankflessen, dierenschedels of zijden sjaals (blauw = lucht, groen = gras, geel = zon, wit = melk, rood = vrede). Dit alles brengt geluk. Als je langs een ovoo rijdt, mag je ook drie keer toeteren.

In Kharkhorin bezochten we het door 108 stoepa’s omsloten tempelcomplex Erdene Zuu Khiid uit 1585. Tijdens de hoogtijdagen bestond het complex uit zestig tot honderd tempels. Het is echter in 1937 grotendeels verwoest door (en daar hebben we ze weer) de Communisten. Het enige wat ze hebben laten staan zijn drie tempels ter ere van Boeddha, een grote stoepa en een witte tempel in Tibetaanse stijl (Lavrin Süm).

Iets buiten het tempelcomplex ligt de ‘Turtle Rock’, een van de laatste overblijfselen van de oude Mongoolse hoofdstad Karakorum. De stad is in 1235 gebouwd in opdracht van Ögedei Khaan (de zoon van Chinggis Khaan) die behoefte had aan een vaste hoofdstad voor het Mongoolse Rijk. Toen dit rijk op zijn grootst was, strekte het zich uit van Hongarije tot Zuid-Korea en van Rusland tot India. Met de stenen van de ruïnes van de oude stad hebben de monniken Erdene Zuu Khiid gebouwd.

In Kharkhorin hebben we vanuit ons gerkamp nog een mooie wandeling gemaakt naar het ‘Great Imperial Map Monument’ met aan de ene kant een mooi uitzicht op de stad en aan de andere kant een prachtig rivierlandschap. Op het monument staan kaarten afgebeeld waarop te zien is hoe groot het Mongoolse Rijk gedurende verschillende tijdperken is geweest. We kwamen er nog een paar dronken Mongolen tegen. Wat ze van ons wilden weten we niet, maar gelukkig zei de dochter van een van de mannen: ‘Yoghoo’. Wij wisten toevallig dat dit geen yoghurtdrankje is, maar ‘Laten we gaan’ betekent. Toch handig die Mongoolse les, zie volgende thema.

(ZELF)EDUCATIE

In Kharkhorin hebben we een werkplaats bezocht waar ze vilt maken. Met schapenwol worden schoenen, hoeden, kleding en sieraden gemaakt. Vilt is ook hét isolatiemateriaal van de ger. We hebben de verschillende fasen van het proces bekeken, oftewel een stoomcursus van vacht tot vilt. Na afloop kregen we een broche van vilt en een sleutelhanger met een vilten ger. We waren zo blij als een kind :-).

In Mongolië hebben we twee grote musea bezocht: het National Museum of Mongolian History in Ulaanbaatar en het museum van Kharkhorin. De interessantste museumervaring was echter een rondleiding met een zaklamp (de zon was net onder en het museum had geen verlichting) door het kleine Gobi Museum bij Yolyn Am. Grappig om opgezette dieren, botten en versteende dinosauruseieren op deze manier te zien. Veel van de dieren hadden slechte chirurgie ondergaan; vooral de koppen waren een beetje mislukt.

Jenny (onze gids) heeft ons ook enkele Mongoolse woorden bijgebracht. Ze maakte lijstjes en overhoorde ons regelmatig. In totaal hebben we bijna vijftig woorden geleerd. Zo weten we nu bijvoorbeeld de Mongoolse woorden voor basketbal (sagsanbömbög), zon (nar), maan (sar), spook (suus), ei (öndög) en mes (ghutg). Chimdee leerde Arthur nog de zin: ‘Ik heb twee ballen’ (hai saikhan sherk), ook heel handig als je verdwaalt op de steppe.

Daarnaast heeft Jenny ons twee Mongoolse spelletjes geleerd met de enkelbotten van schapen. Het enkelbot heeft vier verschillende kanten, die genoemd zijn naar de meest voorkomende dieren in Mongolië: kameel, paard, geit en schaap (in het Mongools: temee, mor, yamaa en hon). Een van de spellen heet paardenrace en het andere spel is een mix tussen memory en mikado. Het zijn leuke spelletjes, dus misschien moeten we een slagerij in Nederland bezoeken en vragen of ze nog wat enkelbotjes voor ons hebben.

In de woestijnstad Bulgan bezochten we (op ons verzoek) een school. We zijn bij twee klassen naar binnen gegaan, waar we nieuwsgierig en lachend door de kinderen werden bekeken. We hebben geprobeerd om in het Mongools en Engels met de leerlingen te communiceren, dit lukte best aardig. In een klas met 7-jarige kinderen was net de rekenles begonnen. Ze hadden hun gympakjes nog aan van de les daarvoor; normaal gesproken dragen ze een schooluniform. In de andere klas met 14-jarigen onderbraken wij de les Mongools. Het was interessant om te zien hoe de kinderen in de Gobi-woestijn onderwezen worden.

SLAPEN

Tijdens onze tour hebben we iedere avond in een ger geslapen. In de meeste gerkampen waren we bijna de enige gasten en vaak ook de laatste van het seizoen. De eerste nacht was meteen een van de koudste met min 4 graden en harde wind. Er was geen kachel en er waren te weinig dekens. De nachten daarna hadden we bijna altijd een kachel (gestookt met gedroogde dierenpoep, kolen of hout) of we sliepen in dikke slaapzakken met daarover een kamelendeken. Maar ook dan was het wel nodig om met warme kleding en sokken aan te slapen. In sommige gerkampen kwamen ze het kacheltje ’s ochtends vroeg weer voor je aanmaken. Op de laatste dag waren ze wel heel enthousiast en kwamen ze al om vijf uur ’s ochtends. Terwijl dit toen niet echt nodig was, aangezien we deze ene keer in een koninklijke betonnen ger sliepen.

We hebben ook een nacht doorgebracht bij een gastvrije nomadenfamilie. Een echtpaar van rond de vijftig en de 71-jarige broer van de man stonden hun slaapger voor een nachtje aan ons af. Een toilet was er niet, dus daarvoor zoek je gewoon een leuk plekje in de open ruimte. Rondom de ger liepen kamelen, geiten, schapen en honden. De eersten gingen graag op de foto bij de ondergaande zon.

ETEN & DRINKEN

In de gerkampen kregen we uitzonderlijk goed te eten (zowel ontbijt, lunch als diner), beter dan wij vooraf hadden verwacht. Natuurlijk was er regelmatig schapenvlees, maar ook rund en Gobi-kip stonden op het menu. De maaltijden waren erg uitgebreid en werden bijna altijd vergezeld van Lipton-thee en oploskoffie. Als dessert was er bijna altijd een Penny-achtige chocoladewafel.

Het diner bij de nomadenfamilie bestond uit een soep met daarin gedroogd schapenvlees, pasta, aardappel en wortel. Als toetje was er verse schapenyoghurt. Bij het ontbijt kregen we brood met verse schapenboter (fris en vullend), schapenkaas (hard en zuur) en warme melkthee (ingrediënten: water, melk, thee en zout).

De eerste dag zijn we voor de lunch gestopt bij een ger-wegrestaurant (gewoon bij iemand thuis). Daar hing een hele schapenpoot aan de muur; de nomaden hebben namelijk geen koelkast. Het eten werd bereid op een vuurtje van kamelenpoep. Dit was de eerste keer dat we schapenvlees aten met veel vetrandjes (er zouden er nog velen volgen). In de ger liep ook de 3-jarige kleinzoon van de kokkin rond. We dachten eerst dat het een meisje was, omdat hij twee vlechtjes had. Mongolen blijken het haar van jongens pas op hun vijfde verjaardag voor het eerst te knippen. Nadat hij geknipt is, is hij een echte man.

In de ger kwamen ook enkele vrachtwagenchauffeurs lunchen. Ze gaven ons een kom gevuld met Chinggis wodka, maar voordat we die konden opdrinken, moesten we wel een Mongools ritueel doorlopen. Eerst met de linkerringvinger enkele druppels in de lucht sprenkelen, daarna enkele druppels op de grond en vervolgens met de vinger over je voorhoofd strijken. Dit alles om de Goden gunstig te stemmen. Daarna moesten we de kom in één teug leegdrinken (en zo stemden we onszelf gunstig).

Janneke heeft haar eerste gefermenteerde paardenmelk (in het Mongools: airag) gedronken tijdens een festival in Mandalgov. Arthur was helaas te ziek en bleef in de auto. De festivalbezoekers luisterden in kleurrijke gewaden naar een zangcompetitie. Een dag later doemde plotseling Dalanzadgad op, een van de grotere steden in de Gobi-woestijn. Zowel hier als in Mandalgov reden we ineens over asfaltwegen. Zodra je de steden uitrijdt, ga je weer verder over hobbelige zandwegen.

NATUUR

Het meest bijzonder van Mongolië is toch de natuur. Gelukkig hebben we ook foto’s bij de blog, de landschappelijke hoogtepunten zijn namelijk moeilijk in woorden onder te brengen. Hieronder wagen we toch een poging.

Bijzonder mooi zijn de blauwe luchten boven de uitgestrekte steppe en de heldere nachten waarin de sterren goed te zien zijn. De afwisselende landschappen werden opgefleurd door grote kuddes geiten, schapen, kamelen en paarden. Ook bijzonder waren de grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht. Overdag was het regelmatig rond de 20 graden, terwijl het ’s nachts vaak vroor. De droogte in de Gobi-woestijn was goed merkbaar aan het uitdrogen van lippen, huid en (Janneke’s) haar.

We begonnen de Gobi-tour bij de granieten rotsformatie Baga Gazryn Chuluu en de 30 meter hoge kalksteenformaties van Tsagaan Suvraga. De laatste locatie lijkt op een gewelfd maanlandschap met prachtige kleurschakeringen; vroeger was dit een zee. Onderweg naar deze plek zagen we een kudde gazelles de weg oversteken. Niet lang daarna vonden we een moedergeit die met haar baby de kudde was kwijtgeraakt. Onze chauffeur heeft de moedergeit water gegeven.

We hebben ook een prachtige wandeling door de besneeuwde vallei van Yolyn Am gemaakt. Het krioelt daar van de wilde muizen met leuke oortjes. Ze maken een schattig piepgeluidje. Aan het einde van de vallei waren bevroren watervallen en stukken ijs te zien.

Khongoryn Els zijn de grootste en meest spectaculaire zandduinen van Mongolië. Ze worden ook wel de ‘zingende duinen’ genoemd. In totaal hebben we drie uur doorgebracht op deze fotogenieke plek. Het was heel bijzonder om met vier nietige mensjes op deze uitgestrekte zandvlakte te staan. Terug in het gerkamp waren we getuige van een bijzonder natuurfenomeen. We zagen de zon ondergaan en precies op hetzelfde moment aan de andere kant de maan opkomen.

De Flaming Cliffs (in het Mongools: Bayanzag) zijn oranje klei-achtige kliffen in een omgeving waar veel dinosaurusbotten en -eieren zijn gevonden. Helaas graven dinosaurusdeskundigen steeds meer van de kliffen af op zoek naar nog meer dinosaurusresten. In 1922 vond paleontoloog Roy Chapman Andrews hier zo’n honderd dinosaurusskeletten, waaronder Protoceratops, Velociraptors (van Jurrassic Park weet je wel), Oviraptors, Tarbosaurussen (een soort Tyrannosaurus Rex) en enorme neushoorns (vier keer zo groot als een volwassen olifant). Andrews droeg altijd een hoed en een pistool bij zich en heeft model gestaan voor filmheld Indiana Jones. Tijdens onze wandeling in Bayanzag zijn we zelf op zoek gegaan naar dinosauruseieren. Die hebben we niet gevonden, maar tot onzer verbazing vonden we wel een ei van een Gobi-kip. Een kip die we diezelfde avond op ons bordje vonden.

In het Khögnö Khan Nationaal Park zijn we op de rug van een kameel door de zandduinen van Mongol Els gereden. Het zachte gehobbel tussen twee bulten ging tijdens het beklimmen en afdalen van de duinen over in heftig heen en weer geschud. De kameel van Janneke wilde op de terugweg steeds eten van elk boompje dat hij tegenkwam. Na de kamelen volgde een stukje stapvoets paardrijden over de Mongoolse steppe. Ook leuk.

In het bovengenoemde park ligt het tempelcomplex Övgön Khiid dat – zoals de meeste tempels in Mongolië – grotendeels verwoest is. Aan het begin staan nog enkele tempels en de rest van de ruïnes is te bereiken na een mooie bergwandeling van twee kilometer. Hier bleken we wederom de enige toeristen, naast een Duitse wereldreiziger die de ene na de andere reisanekdote oplepelde. Na genoten te hebben van de rust tussen de ruïnes en de mooie panorama’s zijn we in het gerkamp gaan lunchen. Daarna hebben we met Jenny nog een wandeling gemaakt door de bergen rondom het mooi gelegen gerkamp. Helaas werd de rust in het kamp die avond ruw verstoord door een groep Koreanen die tot half drie ’s nachts herrie maakte en bij het ontbijt al de eieren en het warme water voor de thee hadden opgemaakt. In Ulaanbaatar hebben we nog twee keer Koreaans gegeten om de slechte smaak van de Koreaanse groep weg te spoelen.

De laatste stop tijdens onze tour was Khustai Nationaal Park, wereldberoemd om de Takhi (ook wel bekend onder de naam Prezwalski-paard). Diverse Europese dierentuinen (waaronder Natuurpark Lelystad) zijn betrokken geweest bij de herintroductie van dit wilde paard in Mongolië. Al vrij snel zagen we de paarden, die we tot op ongeveer 30 meter konden naderen. De paarden hebben een lichtbruine vacht en zijn kleiner dan het moderne paard, maar hebben een groter hoofd. Behalve de Takhi, hebben we ook rendieren en yaks gezien.

Op de laatste dag in Khustai Nationaal Park zagen we stenen beelden en grafmonumenten uit de 7e tot en met de 8e eeuw. De beelden waren bij elkaar geplaatst middenin de leegte; de meeste grafstenen waren achter elkaar geplaatst en vormden zo een kilometerlange rij. Het was erg koud, maar de wolken en laaghangende mist zorgden voor een bijzondere sfeer. De winter lijkt hier nu echt te beginnen. We hebben dus geluk gehad met het zonnige en relatief warme weer tijdens onze tour.

Het laatste stuk door de stad naar het hostel bleek nog een heel avontuur. Op de wegen in Mongolië worden alle regels genegeerd: het is een grote chaos met auto’s die zich overal tussen willen persen, overvolle stadsbussen en voetgangers die zomaar ineens oversteken. Ook het verval van de gebouwen aan de rand van de stad valt op, evenals iemand die twintig meter van een benzinestation een vuurtje maakt. Al met al deden we drie uur over een afstand die eigenlijk in één uur afgelegd zou kunnen worden.

In totaal hebben we tijdens onze 13-daagse tour door de binnenlanden van Mongolië zo’n 2.000 kilometer afgelegd. De laatste dagen in Ulaanbaatar stonden in het teken van de drie w’s: wassen, weblog en winkelen. Morgenochtend gaan we om kwart over zeven de trein in voor het laatste stukje van de Trans-Mongolië Express naar Beijing. Tot dan!

  • 10 Oktober 2012 - 19:04

    Paul & Co:

    Opnieuw weer een erg mooi verhaal. Wat een prachtig landschap. Dit zou ik graag eens zelf gaan zien. Maar zo'n vilthoedje lijkt me ook wel wat. Fijne reis verder. Ik ben benieuwd wat China voor verhalen en foto's gaat opleveren.

  • 11 Oktober 2012 - 15:14

    Rob:

    Beste Janneke en Arthur,

    Wederom een briljant verhaal! Erg leuk om op deze manier met jullie mee te reizen. De blauwe accenten van lucht, jassen en zijden sjaals op de ovoo's zijn ook leuke details.

    Wat een enorm uitgestrekte vlaktes, deze zijn al indrukwekkend achter de compu. De foto met gapende kameel bij zonsondergang is fantastisch.

    Verder ziet het er wat fris uit, maar zo'n ger ziet er dan wel weer erg gezellig, kleurrijk en warm uit.

    Heel veel groeten vanuit een zonnig Toscane!
    Rob

  • 13 Oktober 2012 - 11:32

    Sylvia & Willem:

    Prachtig! Het verhaal en de beelden! Mooi mooi mooi!

  • 16 Oktober 2012 - 22:08

    Odile:

    Ik moest er wel even voor zitten maar jullie verhaal leest makkelijk door. De foto's zijn echt super mooi. Jullie hebben Mongolië voor mij zeker op de kaart gezet. Ik wil er nu ook heen (wel als het warmer is). Veel plezier in China.

  • 17 Oktober 2012 - 08:35

    Bram:

    Hallo Janneke,

    Ik zit hier met mijn eerste bak koffie achter mijn bureau het zand uit mijn ogen te wrijven en ik dacht: nu ga ik eindelijk (schaam schaam) eens een KORT verhaaltje lezen over je mooie reis. Nu denk ik, bij het zien van de omvang, niet dat mijn baas erg blij wordt als ik deze lappen tekst doorneem dus ik beloof plechtig dat ik vanavond alles ga lezen. Tijd voor bakje nummer 2....

    Geniet ze!

    Liefs,Bram


  • 25 December 2012 - 15:08

    Marieke:

    Hoi Janneke en Arthur,

    Vandaag eerste kerstdag en een prima moment om weer even bij te lezen in jullie blogs en de prachtige foto's te bekijken. Deze blog is inderdaad erg lang, maar wel leuk om zo op afstand een beetje kennis te kunnen maken met de Mongoolse cultuur.

    Nog veel reisplezier, fijne feestdagen en alvast een goede jaarwisseling gewenst!

    Groetjes,

    Marieke (en natuurlijk ook van Erwin & Tim)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Arthur & Janneke

Nadat we in de periode 2004-2006 allebei individueel een lange reis hebben gemaakt - Arthur in Zuid-Amerika en Antarctica en Janneke in Australië, Nieuw-Zeeland en Thailand - gaan we nu samen de wereld verkennen.

Actief sinds 04 Sept. 2012
Verslag gelezen: 1121
Totaal aantal bezoekers 72568

Voorgaande reizen:

01 September 2012 - 23 Mei 2013

Rondje Azië

Landen bezocht: